Van Bolsonaro in Brazilië tot Trump in de VS, van Orban in Hongarije tot Erdogan in Turkije.
Een soortgelijke ontwikkeling heeft zich ook in Nederland voorgedaan. Het ‘domme’ racisme en de klassieke vreemdelingenhaat van de NVU en Centrum Democraten hebben plaatsgemaakt voor het ‘intelligente’ racisme van Wilders en Baudet. Extreem-rechtse denkbeelden die voorheen alleen in de duistere krochten van het internet te vinden waren worden nu openlijk geuit. Zo kom je het idee dat ‘onze bevolking vervangen dreigt te worden’ niet alleen tegen in de manifesten van Anders Breivik en Brenton Tarrant, de aanslagpleger in Nieuw-Zeeland, maar ook gewoon via de publieke omroep in de zendtijd voor politieke partijen. De vraag is hoe lang we dat soort gevaarlijke denkbeelden nog onder de noemer vrijheid van meningsuiting blijven scharen.
Lijsten van ‘verdachte’ academici, het publiekelijk in diskrediet brengen van wetenschappelijke kennis en politieke aanvallen op financiering van onderwijs en onderzoek, worden gebruikt om de ruimte voor kritisch debat te vernauwen, minderheden en vrouwen verder te marginaliseren en de macht van de eigen partij te consolideren.
Neofascistische politiek in Nederland
Natuurlijk is Baudet geen dunne doordruk van de NSB. Er zijn voldoende verschillen die ook belicht zouden kunnen worden. Maar de politieke denkkaders en de retorica baseren zich op dezelfde principes. De koers van FvD is fascistisch. Plain and simple.
Wie wil begrijpen waarom Baudet en FvD onderdeel zijn van een neofascistische politieke golf mag zich dan ook niet blindstaren op de extreme, gemilitariseerde en antisemitische aspecten van het fascisme uit de jaren veertig. We moeten terug naar de jaren dertig, toen het fascisme in Nederland in volle opbouw en bloei was.
Nederlandse fascisten in Zaandam, april 1930. Tweede van links ANFB-voorman Jan Baars. |
Net als toen zijn mensen vandaag onzeker geworden onder invloed van ontwikkelingen waarop ze geen greep hebben, en zijn ze ervan overtuigd dat de elite heeft gefaald.
Dus geen vergezochte vergelijkingen tussen de militaire esthetica van fascistische bewegingen destijds en de frontsoldaatmetaforiek van Baudet vandaag, hoe veelzeggend die ook is. De vergelijking zit dieper, niet enkel in de retorische overeenkomsten maar ook in de denkkaders en politieke strategieën.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten