We weten door pijnlijke ervaring dat vrijheid nooit vrijwillig wordt opgegeven door de onderdrukker, ze moet geëist worden door de onderdrukten.

 - Martin Luther King

Fidel Castro: ‘Ik ga naar de hel’

Fidel Castro zei dit ooit tegen een Franse zakenman die vroeg wat er zou gebeuren als hij doodging. Geen twijfel mogelijk. ‘Ik ga naar de hel, de hitte zal ondraaglijk zijn. Maar de pijn zal niet zo erg zijn als wanneer je te veel verwacht van de hemel, die nooit zijn beloften nakomt. Als ik in de hel arriveer, zal ik Marx ontmoeten, Engels en Lenin. En jou ook, tussen haakjes, want kapitalisten gaan ook naar de hel, vooral wanneer ze te veel hebben genoten van het leven.’

Fidel


Het nadeel van lang leven, en zeker van lang leven als alleenheerser van een land, is dat de dood een steeds dominanter gespreksonderwerp wordt. De uitvinder van het tropisch communisme was al een eeuwigheid gewend aan de speculaties over de meest uiteenlopende ziektes waaraan hij zou lijden, over zijn op handen zijnde overlijden, en vooral over de vraag hoe het dan verder zou moeten met Cuba en ‘zijn’ revolutie. Doorgaans reageerde hij daar met veel gevoel voor humor op. ‘Zo nu en dan verklaren ze mij dood’, verzuchtte hij tijdens een conferentie op Barbados in 1994. ‘Ik weet niet wie de mensen zijn die mij zo graag dood zien. Ik ben er zeker van dat de dag dat ik dood ben mijn vijanden mij zullen missen. Ze zullen ontdekken dat ze niets meer te doen hebben.’

Dat de wereld geen gebrek had aan mensen die de revolutionair dood wensten, is zonneklaar. 638 manieren om Castro te vermoorden heette een Britse documentaire uit 2006, genoemd naar het aantal moordcomplotten (allemaal van Amerikaanse makelij) waarvoor de Cubaanse geheime dienst bewijzen beweerde te hebben.

Veel Cubanen waren er na bijna een halve eeuw Fidel niet meer zo zeker van dat el Comandante en Jefe inderdaad niet het eeuwige leven had. Een populaire grap die de ronde deed op het eiland suggereerde dat in elk geval Castro zich geen Cuba zonder hemzelf kon voorstellen. Fidel is overleden en ligt opgebaard op het Plein van de Revolutie in Havana. Plotseling komt de leider weer overeind en wanneer hij de treurende menigte ziet, vraagt hij wat er aan de hand is. ‘Het volk komt afscheid nemen’, vertellen ze hem. ‘O ja? En waar gaat het volk dan heen?’

De eerste maanden na zijn ‘tijdelijk’ aftreden in 2006 ging er geen dag voorbij zonder dat een van de vooraanstaande media in de wereld, geheel in de klassieke traditie van de Kremlin-watchers uit de Koude Oorlog, meldde dat hij nu echt dood was dan wel de komende ochtend niet zou halen. Ze tuimelden over elkaar heen om vooral niet de kans te missen de eerste te zijn om Fidels dood te melden. De steeds schaarsere keren dat hij zich publiekelijk liet zien, leken vooral bedoeld om te bewijzen dat hij wel degelijk nog leefde.

‘Wel, daar ben ik dan’, zei hij olijk tijdens een van die televisieoptredens in 2008. ‘Hoewel ik op sterven zou liggen. Hoewel ik al dood zou zijn. Hoewel ik overmorgen zal overlijden. Ik sterf bijna elke dag. Wel, niemand weet welke dag hij doodgaat.’ Keer op keer vergaloppeerden de nieuwsjagers zich. Ze moesten nog vele jaren wachten om hun gelijk te halen.

Fidel kon op tv uren van alles en nog wat uitleggen aan de simpele burger, van de werking van de spaarlamp tot gedetailleerde plannen voor het verbouwen van nieuwe gewassen en het fokken van nieuwe koeienrassen. Koken! Hij wist alles van koken, zei hij. Als student was hij eens uitgenodigd om te komen eten bij een professor. ‘Laat mij de bananen maar bakken, ik zal je laten zien hoe je bananen hoort te bakken’, zei hij tegen de gastvrouw. Toen die vroeg of hij dacht dat hij verstand van alles had, antwoordde Fidel: ‘Van bijna alles, alleen maar bijna alles.’

De Cubanen hadden verschillende manieren om de man die hun leven bepaalde aan te duiden. De meest normale was Fidel, handigheidshalve of om diverse gradaties van sympathie weer te geven. Wie voluit Fidel Castro zei, deed een poging min of meer neutraal over te komen. Bleef het bij de achternaam Castro, dan wist de toehoorder vrijwel zeker dat hij te maken had met een tegenstander van het bewind. Die kon zich ook beperken tot este señor (dit heerschap), of tot een gebaar alsof hij of zij een baard streelde. De laatste jaren was het steeds vaker niets meer dan Él, Hij, ‘als de God uit het Oude Testament’, zoals een dissident hoonde.

Fidel was een onvervalste overlever. In 2002 was de Amerikaanse ex-minister van Defensie Robert McNamara in Havana voor een conferentie over de rakettencrisis van 1962, die de wereld aan de rand van een kernoorlog had gebracht. Hij had een opgewekte discussie met Fidel over het aantal moordcomplotten van de cia tegen de Cubaanse leider. Meer dan dertig, aldus Fidel. Zullen we het op een stuk of tien houden? antwoordde McNamara.

Maar Castro was ook vooral een politieke overlever: de door de Verenigde Staten georganiseerde invasie van de Varkensbaai in 1961; de crisis vanwege de sovjetraketten op het eiland een jaar later; de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de daarop volgende ineenstorting van de Sovjet- Unie, zijn hoofdsponsor; een aantal interne crises die gepaard gingen met een ware exodus van Cubanen. En hij overleefde negen Amerikaanse presidenten die hadden beloofd hem ten val te zullen brengen. De tiende kwam onverwacht op bezoek op het nog altijd communistische eiland toen hij zelf vanwege ziekte al was afgetreden en in een soort privé- oudemannenhuis in Havana zat. Op zijn negentigste verjaardag kon Castro het toch niet laten en leverde hij in een open brief heftige kritiek op ‘hermano’ (broeder) Obama.

Hij had een ongewoon vermogen mislukkingen om te zetten in overwinningen. Dat begon al met zijn aanval op de Moncada-kazerne in 1953, een fiasco dat zeventig van zijn mannen het leven kostte, maar dat de eerste morele overwinning van de rebellen werd en hem tot een internationaal bekende figuur maakte. Ook de guerrillaoorlog tegen het bewind van generaal Batista begon dramatisch slecht, maar bracht hem twee jaar later aan de macht.

Op 1 januari 1959 deed Fidel Castro zijn triomfantelijke intrede in Havana, aan het hoofd van een colonne bebaarde opstandelingen en met twee duiven op zijn schouders: een onmiskenbaar teken van de Afro-Cubaanse goden en een bewijs van zijn gelukkig gesternte. Dat gesternte en de efficiënte inzet van zijn geheime diensten zouden hem bijna een halve eeuw aan de macht houden.

Hoe is het mogelijk dat een communistisch regime het zo lang heeft volgehouden op de drempel van het kapitalistisch bolwerk bij uitstek. ‘Het geheim van het volharden van een zo curieus sociaal experiment is een open deur’, zei de Cubaanse historicus en balling Rafael Rojas. ‘Cuba is een eiland op 180 kilometer van de kust van de VS, de machtigste natie van de planeet. In de symbolische strijd die deze ongelijke buren voeren in het Caribisch gebied neigt de sympathie van een flink deel van de wereld naar die kleine David. Alle rancunes, stereotypen en vooroordelen die Goliath, de Filistijnse reus, oproept in Afrika en Azië, Latijns-Amerika en Europa, binden zich samen tot een wereldwijde legitimering van het castrisme.’

De Cubaanse revolutie was de verwezenlijking van een romantische utopie. Fidel Castro en niet te vergeten zijn adjudant Ernesto Che Guevara waren de jonge helden die erin geslaagd waren met een handjevol medestrijders een verfoeid dictatoriaal bewind omver te werpen. Het was bovendien de eerste televisierevolutie. Vanaf de eerste dag konden Cuba en de rest van de wereld de bebaarde leider aan het werk zien: Fidel tijdens een urenlange toespraak, Fidel tijdens een interview, Fidel tijdens een persconferentie. Hij deed vooral wat hij het beste kon, en hij zou het altijd blijven doen: praten. En hij betoverde de linkse intelligentsia in de hele wereld, midden in de Koude Oorlog.

De Franse schrijver Jean-Paul Sartre schetste tijdens zijn verblijf in 1960 Fidel Castro als een soort pantheïstische engel: ‘Hij is alles tegelijk, het eiland, de mensen, het vee, de planten, de grond. Hij is het hele eiland.’ Fidel wás de Revolutie, die ‘in werkelijkheid de eenheid is van caudillo en volk, van Fidel en de natie in een permanente oorlog tegen een externe vijand, het yankee-imperialisme en diens mogelijke bondgenoten op het eiland’. Castro had het zelf niet beter kunnen verwoorden. Alles voor de revolutie.

Veel schrijvers en andere intellectuelen hielden het in 1971 voor gezien toen de dichter Heberto Padilla werd gearresteerd en tot een zelfbekentenis in de slechtste stalinistische traditie werd gedwongen. Voor schrijvers als Sartre, Vargas Llosa of Carlos Fuentes was dit het einde van de utopie en van de charme van de Internationale op het ritme van de cha-cha-cha.

De onderdrukking van alle oppositiegeluiden door het Cubaanse regime dunde in de loop der jaren niet alleen het leger van zijn vurigste medewerkers drastisch uit, maar deed ook de externe steun voor Castro nagenoeg geheel verdwijnen. De laatste getrouwe verdedigers (de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago, de Uruguayaanse auteur Eduardo Galeano) hielden het in 2003 voor gezien na de executie van drie bootkapers en de arrestatie van 75 dissidenten die tot extreem lange gevangenisstraffen werden veroordeeld. Ongeveer de enige schrijver die nog bij Fidel over de vloer bleef komen was Gabriel García Márquez. De Colombiaanse Nobelprijswinnaar liet de manuscripten van zijn romans voor publicatie steevast lezen aan Fidel. Dat deed hij zelfs met 'De herfst van de patriarch', ook al had hij zijn vriend gebruikt als een van de inspiratiebronnen voor de oude en eenzame dictator in het boek. ‘Fidel is de grootste kracht van de revolutie’, zei García Márquez ooit, ‘maar tevens haar grootste zwakte.’

Weten wij tot in den treure alles van de ideeën van Fidel Castro en zijn ideologische accentverleggingen (na de ondergang van de Sovjet-Unie verschoof de nadruk van het puur marxistisch leninisme naar een soort revolutionair nationalisme), des te minder weten wij van zijn privé-leven. Radio Bemba, zoals de Cubanen de mengvorm van mond-tot-mond verhalen, geruchten en speculaties noemen die het tegenwicht van de officiële propaganda vormen, verspreidt natuurlijk een hoop, maar de betrouwbaarheid daarvan moet altijd met een korrel zout worden genomen.

Niemand wist ooit precies waar, wanneer en met wie Castro sliep of at. Er bestaat zelfs geen volledige duidelijkheid over de identiteit en het aantal van zijn kinderen. Voorzover de Cubanen uit officiële bron weten, heeft Fidel nooit een privé-leven gehad. El Comandante en Jefe had de missie Cuba en de wereld te veranderen en iemand in zo’n positie houdt zich niet onledig met verwerpelijke bourgeoiszaken als praten over zijn privé-leven. Nooit verscheen Fidel in gezelschap van zijn vrouw of zijn concubine. In de revolutie was geen plaats voor iets banaals als een first lady. Die rol werd tot op zekere hoogte en alleen indien absoluut noodzakelijk vervuld door Celia Sánchez, sinds de tijd van de guerrilla zijn trouwste metgezel, en door Vilma Espín, de vrouw van zijn broer Raúl en presidente van de organisatie van Cubaanse vrouwen.

Fidel Castro kleedde zich zijn leven lang bij voorkeur in een olijfgroen uniform, ten teken van de permanente oorlog van Cuba met de VS. Op internationale conferenties wilde hij de laatste jaren van zijn bewind nog wel eens een zwart pak aantrekken, maar dat was zo ongebruikelijk dat hij nauwelijks herkenbaar was. Sinds zijn aftreden in 2006 veranderde hij in een soort bewegende Adidas-reclame: alleen in een trainingspak van dit superkapitalistische merk liet hij zich af en toe door een camera betrappen.

Tijdens een tv-optreden in 2008 deed hij wat lacherig over zijn outfit: ‘Hier hebben ze me voor bekritiseerd, maar dit geeft het Inder (Nationaal Instituut voor de Sport – cz) me, en ze vragen er geen geld voor.’ Adidas was van 2001 tot 2012 de officiële sponsor van het Olympisch Comité van Cuba en rustte al zijn sporters uit. De kelders van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Inder schenen uit te puilen van de Adidas-spullen. Bovendien was er een clandestiene fabriek die piraten-Adidassen produceerde. Toen de Cubaanse atleten in 2015 overstapten op Puma verscheen de voormalige leider prompt in een trainingsjack van dat merk. Al maakte hij af en toe duidelijk dat ook nu hij oud en ziek was niemand hem de wet voorschreef: de Russische patriarch Kirill ontving hij in een jack van Nike.

Het verhaal wil dat Fidel Castro nooit twee nachten op hetzelfde adres sliep, om aanslagen te voorkomen. Hij was een nachtmens, die het liefst tot in de vroege uren discussieerde met vrienden en medewerkers en een diepe minachting toonde voor degenen onder hen die uiteindelijk door de slaap werden overmand en naar bed wilden.

Eén keer is Castro getrouwd geweest. Met Mirta Díaz-Balart, een dochter van een welgestelde Cubaan, ging hij vóór de revolutie zelfs op huwelijksreis naar New York. Ze kregen een zoon, Fidelito, die altijd buiten de publiciteit werd gehouden en onder een valse naam naar school ging.

Legio zijn de verhalen over buitenechtelijke relaties van de leider. Bij Naty Revuelta, bijgenaamd ‘de groene ogen van de revolutie’, kreeg hij een dochter, Alina, die hij nooit als de zijne erkende en die na een onstuimige levenswandel in 1994 emigreerde. Tussen de twee is het nooit goed gekomen. Alina ontpopte zich als een fel bestrijdster van haar vader, die zij kenschetste in een paar woorden: ‘Alle kwaden van Cuba hebben één naam: Fidel Castro.’

Het grootste deel van zijn leven woonde Fidel ongehuwd samen met een vrouw die weinig Cubanen op straat zouden herkennen: Dalia Soto del Valle, een twintig jaar jongere onderwijzeres, die hem vijf zonen baarde. Alle jongens kregen een naam met een A: Alex, Alexander, Alexis, Antonio en Angel. Alexander was de nom de guerre van Fidel gedurende de guerrilla in de Sierra Maestra, een eerbetoon aan zijn held Alexander de Grote. Geen van zijn kinderen heeft ooit een in het oog springende politieke functie bekleed.

Tijdens het proces na de mislukte aanval op de Moncada-kazerne in 1953 voerde de jonge advocaat Fidel Castro zijn eigen verdediging. Het slotpleidooi, een toespraak van twee uur, zou later de heiligste tekst van het communistische bewind in Cuba worden, hoewel Marx noch Lenin erin wordt genoemd en zelfs het woord socialisme niet één keer valt. ‘Ik vrees de gevangenis niet’, zei Fidel. ‘Ik vrees de woede niet van een ellendige tiran die zeventig van mijn makkers heeft omgebracht.
Veroordeel mij maar. Het maakt niet uit. De geschiedenis zal mij vrijspreken.’

Tegen het einde van zijn leven relativeerde Fidel Castro niet zozeer zijn plaats in de geschiedenis als wel het oordeel dat de mensen over hem zullen vellen. ‘Het interesseert me niet wat mensen over me zullen zeggen. Wat al gezegd is, is meer dan genoeg, sommige goede dingen, sommige slechte dingen. Uiteindelijk, geloof ik, zullen de mensen moeten erkennen dat we standvastig zijn geweest, onze overtuigingen en onze onafhankelijkheid verdedigden, recht wilden doen, en dat we rebels zijn geweest.’

Onbekende Caribische leiders: Frantz Fanon

Frantz Fanon
Frantz Fanon was een Frans psychiater, schrijver, Pan-Afrikaans denker en vrijheidsstrijder in Algerije.
Fanon werd geboren op 20 juli 1925 op Martinique, als zoon van een douaneambtenaar. Hij groeide op in een middenklassengezin, en volgde het Lycée Schoelcher, waar Aimé Césaire een van zijn leraren was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij in het leger van de Vrije Fransen en vervolgens studeerde hij medicijnen en psychiatrie in Frankrijk. Hij werkte van 1952 tot 1956 als psychiater in Algerije waar hij zich ook bezighield met de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd, en wel als redacteur van het blad van het Front de Liberation Nationale (FLN).

Hij is vooral bekend van zijn boeken. Zijn eerste boek, Zwarte huid, blanke maskers, gaat over de psychologische gevolgen van kolonisatie en onderdrukking. Met zijn tweede boek, De verworpenen der aarde verkreeg hij wereldwijde faam als inspiratiebron voor vrijheidsstrijders in de derde wereld. Fanon stelt zich niet tevreden met nationale of economische onafhankelijkheid, maar predikt een integraal herontwaken, ook in cultureel en intellectueel opzicht. Fanon geldt als belangrijke inspiratiebron in de postkoloniale stroming.

Het postkolonialisme is een stroming binnen de geesteswetenschappen, literatuur en politicologie die ageert tegen het westerse kolonialisme en de overblijfselen daarvan na de dekolonisatie. Een belangrijk middel hierin is de deconstructie van koloniale discoursen en met name de identificatie en kritiek op koloniale begrippenparen als westers/oosters (zie oriëntalisme) en de vervanging daarvan door een systeem van verschil en pluraliteit. Hierin is het sterk verwant aan het poststructuralisme en de postmoderne filosofie.

In de literatuur uit zich het postkolonialisme door het 'terugschrijven' aan de koloniale overheersers (met een term van Salman Rushdie): het schrijven van eigen literatuur en geschiedenis, veelal in de taal van de kolonisator.

Andere belangrijke postkoloniale denkers zijn/waren Homi Bhabha, Edward Said en Gayatri Spivak.

Onbekende Caribische leiders: Tula
Tula

Jean-Jacques Dessalines, Keizer van Haiti
Jean-Jacques Dessalines, Keizer van Haiti

Het Cubaanse volk stuurt nog meer artsen naar Haïti



De Cubanen hebben laten weten dat er weer een medisch team onderweg is om steun te bieden aan de Haïtiaanse slachtoffers van orkaan Matthew.

Het team bestaat uit 38 artsen die gespecialiseerd zijn in rampenbestrijding en crisisbeheersing. Dit werd bekend gemaakt via een persbericht op de Cubaanse televisie.
De ervaren professionals maken deel uit van het contingent Henry Reeve, dat overal ter wereld helpt bij natuurrampen.

Het team zal de brigade van 600 Cubaanse artsen die al aan het werk zijn op Haïti versterken. De Cubaanse artsen zijn al aanwezig sinds 1998 na orkaan Georges. Hun verblijf werd verlengd na de aardbeving van 2010, die wijdverspreide schade aanrichte in Port-au-Prince.

Orkaan Matthew heeft honderden doden en vele duizenden daklozen achtergelaten toen hij over Haiti raasde.

Kerwin Duinmeijer Herdenking

Kerwin Duinmeijer
Riba 20 di Augùstùs 1983 un mucha blanku di 16 aña a mata Kerwin di 15 aña. Asesiná pasó e tabata pretu.
Tur aña amigunan di Kerwin ta konmemorá su morto, pa asina nunka nos lubidá na unda rasismo i intolerransha por hiba nos.

Op 20 augustus 1983 werd de 15 jarige Kerwin Duinmeijer vermoord door een blanke leeftijdgenoot. Vermoord omdat hij zwart was. Ieder jaar herdenken de vrienden van Kerwin zijn dood, opdat wij nooit vergeten waar racisme en intolerantie toe kunnen leiden.

Kerwin Duinmeijer herdenking 2018
Elk jaar op 20 augustus herdenken wij Kerwin Duinmeijer.

De Antilliaanse Kerwin Lucas Duinmeijer is door racistisch geweld om het leven gekomen.

‘Vuile nikker! Ga terug naar je eigen land!’ De zestienjarige skinhead met de tatoeage '100% white' op zijn arm, Nico Bodemijer haalt het mes tevoorschijn en steekt de vijftienjarige Kerwin Lucas op 20 augustus 1983 in zijn buik. Een taxichauffeur weigert Kerwin naar het ziekenhuis te brengen. Vier uur later overlijdt hij.

Opvallend in deze zaak is de uitspraak van de rechter; Die achtte het namelijk niet bewezen dat racisme het ‘wezenlijk’ motief voor de moord was. Hij baseerde zich in zijn oordeel op het rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC), waarin stond dat Nico leed aan een ontwikkelingsstoornis. Hierdoor konden zijn uitspraken niet voor vol worden genomen oordeelde het PBC. Maar in brieven die jaren later uitgelekt zijn schreef Nico dat hij Kerwin wel degelijk neergestoken had om zijn huidskleur. Nico pleegde volgens de zender AT5 in Januari 2012 zelfmoord.

Het ontkennen en bagatelliseren van racisme door de autoriteiten is in Nederland niks nieuws. Al in 1984 schreef het Amsterdamse Parool: 'de instantie die het in de strijd tegen het racisme het meest laat afweten, is het gemeentebestuur van Amsterdam.’ Of het nou een burger is die de 15-jarige Kerwin neersteekt, een agent die jaren later een wegrennende Rishi vermoord of een andere diender die samen met zijn collega’s festivalbezoeker Mitch Henriquez het leven ontneemt, van racisme is er volgens de autoriteiten nooit sprake en van een actief en effectief beleid om racisme te bestrijden al helemaal niet. Niet op lokaal niveau, niet op regionaal niveau en ook niet op landelijk niveau.

In juli 2016 zijn 3 jongens bruut mishandeld door een groep van ruim 8 jongens waaronder een aantal kickboksers uit Amstelveen, die 'vieze nikkers' riepen terwijl ze op hen insloegen. Dit geweld was zo bruut dat een van de jongens direct geopereerd moest worden omdat zijn jukbeenderen op meerdere plekken gebroken waren. Hij loopt voor de rest van zijn leven met een ijzeren plaat in zijn gezicht. Toen hij vlak na het incident aangifte ging doen gaf de politie aan dat hij maar een ander keertje terug moest komen.

Allerhoogste tijd om het beest bij de naam te noemen

De moord op Jo Cox is een extreem-rechtse terroristische daad.


Sinds de schokkende moord op parlementslid Jo Cox zijn alle Britten bezig met het verwerken van deze vreselijke gebeurtenis in verdriet, soberheid en bezinning.

Er is een discussie gaande over wat deze moord betekend, hoe hem te beschouwen en welke conclusies er uit getrokken kunnen worden.

De Quilliam Foundation, een van Engelands meest vooraanstaande anti-extremisme denktanks is de eerste die het beest bij de naam noemt: Een extreem-rechtse nationalistische terreurdaad.
Deze organisatie, die zich hoofdzakelijk richt op het bestrijden van Islamitisch terrorisme windt er geen doekjes om: 'Wij roepen de media op deze daad te beschouwen als iedere daad van jihadistisch terrorisme. Wij roepen het volk op om deze daad bloot te leggen, te isoleren en extremistische ideologie en praat uit te dagen voor wat het is. En we roepen alle landen op om consequent verder te gaan met de aanpak van alle soorten van extremisme.'

Jo Cox, Labour parlementslid voor
Batley en Spen, overleed in het
ziekenhuis nadat ze in haar kiesdistrict
werd neergeschoten en werd gestoken.
Nog niet alles is bekend over de aanval. Wat wel bekend is, is dat de moordenaar een langdurige en aanhoudende belangstelling voor het neo-nazisme had. Hij kocht boeken van 'National Alliance', een Amerikaanse neo-nazi beweging, en drie getuigen verklaren dat hij tijdens het plegen van de aanslag 'Britain first' heeft geroepen. De 'Britain first' beweging ontkent banden met de moordenaar te hebben en zijn broer verklaard hem voor gek.

Waarom is het belangrijk hoe deze daad te duiden?
Het helpt om ons wakker te schudden zodat we kunnen begrijpen hoe we moeten reageren. Als West-Europees land denken we gematigd, redelijk en verstandig te zijn. Maar we zijn niet immuun voor extremistische haat, hoe dan ook. We hebben het liever niet over ons voortdurende fascistische erfgoed. Er zijn al decennia lang fascistische bewegingen die al voor de tweede oorlog met Adolf Hitler sympathiseerden. Dit zijn niet de Islamitische haat-predikers maar haat-dragende fascisten.

De aanslag-pleger was misschien een eenling maar niet de enige die inspiratie vind in het neo-nazisme zoals andere eenzame gekken inspiratie vinden bij ISIS. Het word steeds duidelijker dat hij behoord tot het moordlustige extreem-rechts waar Anders Breivik en Timothy McVeigh ook toe behoren.

Zijn alle extreem-rechtse activisten die immigratie willen tegenhouden en die tegen de Europese unie zijn schuldig aan deze daad? Nee, net zoals niet alle moslims schuldig zijn aan jihadistisch terrorisme. Maar we moeten ons wel bewust zijn van de  toenemende tolerantie voor extreem-nationalistische ideeën zoals die van Donald Trump of Marine Le Pen. We moeten nadenken over waar de grens ligt tussen gevaarlijke opruiing en aanvaardbare uitingen van woede of vervreemding.


West-Europa is voor het merendeel fatsoenlijk en tolerant. De verantwoordelijkheid om het zo te houden ligt bij onszelf.

Lees ook: Charleston Moordenaar = Witte Terrorist

Witte Terrorist

VVD achterban blijkt Kampioen Hand Ophouden

Het is een van de grootste mythes van onze tijd: dat welvaart aan de top wordt gecreëerd en de rest van de samenleving daarvan profiteert. Het is precies andersom.

De echte uitkeringstrekkers werken op de Zuidas en de grootste lasten liggen op de schouders van de leraar, verpleger en vuilnisman.

Er werd onderzoek gedaan naar de vraag welke bevolkingsgroep het meest profiteert van staatssteun. Wat blijkt? Geen grotere parasieten dan de achterban van de VVD.

Kampioen hand ophouden zijn met vlag en wimpel de huizenbezitters. Samen krijgen ze méér overheidsgeld dan alle arbeidsongeschikten bij elkaar, en meer geld ook dan alle handophouders uit de ww, bijstand en sociale werkplaatsen opgeteld. Ze trekken driemaal meer steun dan alle bijstandstrekkers van het land.

De 10 procent hoogste inkomens krijgen tezamen ongeveer evenveel geld aan hypotheekrente aftrek als álle bijstandstrekkers bij elkaar!

Hoezo debat?

Aanvankelijk hield Wilders opzichtig afstand van extreemrechts in Europa. Inmiddels lijkt geen neofascist hem te min.
We zijn mede door internet steeds meer in een zendcultuur verzeild raken. Er wordt veel gezonden, maar weinig geluisterd. Terwijl dat laatste voor een echt debat noodzakelijk is. Koploper is Geert Wilders die alleen maar zendt. Leve de vrijheid van meningsuiting! Ja, er wordt onbehagen geuit, maar de manier waarop dat gebeurt, leidt tot niets. We kunnen elke week wel een nieuw referendum houden. We zijn chronisch ontevreden en doen aan egomarketing. Klagen en nog eens klagen over wat niet deugt. Het ene moment zijn het verkeersdrempels, en het volgende moment is het Zwarte Piet. En dat terwijl we het netto behoorlijk goed hebben. In plaats van dat zogenaamde debatteren, zouden we ons beter eens bezig kunnen houden met de vraag wat er onder die ontevredenheid schuilgaat.

Natuurlijk is dat erg!
De ophef rond Sylvana Simons laat zien dat in het debat een etnische grens wordt getrokken. Je maakt onderscheid tussen bevolkingsgroepen wanneer je Simons verwijt dat ze verraad pleegt en is overgestapt naar de tegenstander. Maar de felle reacties op sociale media zijn alleen representatief voor het debat dat in de politiek en media wordt gevoerd. Het idee dat zij de samenleving op dit gebied weerspiegelen, is onzin. In de maatschappij gaan migranten en niet-migranten over het algemeen een stuk beter met elkaar om. Onderzoek laat zien dat conflicten op de werkvloer waarbij diversiteit een rol speelt, juist getriggerd worden door uitspraken van politici.

Nationalisme
Het centrale probleem in het integratiedebat is het nationalisme van politici als ze stellen dat de levenswijze van migranten conflicteert met onze levenswijze. Dat migranten er andere normen en waarden op nahouden en zich moeten aanpassen aan 'onze' cultuur. Dat idee-fixe zie je over de hele politieke linie, kijk maar naar het Kamerbrede geloof in inburgeringscursussen dat ervoor zorgt dat mensen met een migrantenachtergrond zich tijdens sollicitaties dubbel moeten bewijzen. Ze moeten niet alleen laten zien geschikt te zijn voor een functie, maar moeten ook ten onrechte aantonen dat ze succesvol zijn geïntegreerd.

Nauwelijks nuance
Je kunt zeggen wat je wilt, maar in het algemeen schept een fel debat helderheid. Het is een motor voor verandering, en de aanpak van discriminatie staat nu goed op de agenda. Waar het fout gaat, is waar het debat te fel van toon is en te persoonlijk wordt gevoerd. Dan schiet je het doel voorbij en gaat het niet meer over de kwesties waar je het eigenlijk over wilde hebben. Voorheen leefden Nederlanders meer in netwerken waar ze in contact stonden met een diversiteit aan opinies. Tegenwoordig gaan we veel meer met gelijkgestemden om. Via bijvoorbeeld Facebook en Twitter zien we vooral berichten van mensen die we 'liken'. Waarschijnlijk is dat we het daardoor moeilijker vinden dan eerst om verschillende zienswijzen te accepteren. We willen dat ons eigen standpunt wint en vinden het idee om ergens in het midden uit te komen onaantrekkelijk. Dat de zwijgende meerderheid zwijgt, is niet voor niets. Je wordt nauwelijks gehoord als je in de publieke opinie met een genuanceerd standpunt naar voren treedt.

Wedstrijdje oneliners produceren
De verruwing van het debat gaat ten koste van de inhoud. Met de secularisatie is het respect voor gezag en autoriteit gesneuveld. Wat ervoor in de plaats is gekomen, is een directe en impulsieve expressie van primaire ideeën. De midden- en hogere klasse hebben de taal en het gedachtengoed van wat vroeger de zwakkere sociale klasse werd genoemd, geabsorbeerd. In de Tweede Kamer wordt nu net zo gepraat als in de gemiddelde volkswijk. De emotionele intelligentie is over de hele linie tanende. De Kamervoorzitter zou met heldere regels kunnen komen om ervoor te zorgen dat debatteren meer wordt dan een wedstrijdje oneliners produceren om de kranten te halen.

Brullen voor de vrijheid
Het brullen voor de vrijheid wat je vooral op Twitter ziet, heeft meer weg van infantiel schelden. Het is zelfbevestiging: je wilt er iets mee uitdrukken over jezelf, of aangeven tot welke groep je behoort en je gebruikt daarvoor de ander. In een echt debat wil je eventueel overtuigd worden van een ander standpunt, maar dat is op sociale media niet aan de orde. De scheldpuntstandpunten die daar geventileerd worden, zijn een vorm van instrumentele agressie. Het gescheld moet likes opleveren. In Nederland is een rijke debatcultuur met veel praatprogramma's en opiniepagina's in kranten. Maar we zijn vooral goed in het ventileren van onze mening en het ruimte geven aan verschillende opinies. De stap die daarna komt: het luisteren naar de ander  het verbindende gesprek  beheersen we nauwelijks. Debat in die zin vind op dit moment helemaal niet plaats.'

Lees ook: Het doelgericht dehumaniseren van een hele specifieke groep Nederlanders


'Het doet pijn als mensen hun gelovigheid voorwenden als een reden om op anderen neer te kijken. Ze aanbidden hun Opperwezen, maar eigenlijk zien ze zichzelf als opperwezens, die anderen mogen knechten.'
- Ernst Hirsch Ballin, rechtsgeleerde en CDA-politicus

Het is de allerhoogste tijd om Oscar López Rivera vrij te laten


Bekende muzikanten zoals Ruben Blades roepen om de onmiddellijke vrijheid van Oscar López Rivera, die al 34 jaar vast zit voor zijn strijd voor een onafhankelijk Puerto Rico. De oproep wordt heel breed gedragen en breid zich steeds verder uit.

De straf van zeventig jaar die López Rivera kreeg is buiten proportioneel hoog. Het is niet zo dat hij een moord of zoiets heeft gepleegd. Op zijn 72-jarige leeftijd heeft hij bijna meer als de helft van zijn leven vast gezeten. Hij is de enige 'Independista' die nog achter tralies zit. De mannen die samen met hem veroordeeld werden, zijn allang vrij en zijn nu brave burgers die hun steentje bijdragen aan de maatschappij.

López Rivera werd geboren op 6 januari 1943 op Puerto Rico. Nadat hij terug kwam van de zinloze Vietnam oorlog in 1967 merkte hij dat drugs, werkeloosheid, het ontbreken van goede huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs in de Puertorikaanse gemeenschap zorgwekkend waren en ging hij aan de slag in maatschappelijke organisaties om de kwaliteit van leven voor de gewone Portorikanen te verbeteren.

Hij was lange tijd een gerespecteerd activist en een onafhankelijke leider voordat hij werd opgepakt. Hij werkte mee aan de oprichting van een hoge school en een cultureel centrum. Ook was hij betrokken bij de strijd om het onderwijs tweetalig te krijgen in openbare scholen en om universiteiten te dwingen om actief meer Latino studenten, docenten en medewerkers te werven.

Hij zette zich ook in om discriminatie in de publieke sector tegen te gaan.

Het is de allerhoogste tijd om Oscar López Rivera vrij te laten. Zijn familie en aanhangers wachten met open armen op hem.

Facebook: Free Oscar López Rivera Now

Braziliaanse cultuur versus interim regering

Artiesten, muzikanten en activisten vanuit heel Brazilië hebben gouvernementsgebouwen bezet om te protesteren tegen de interim regering.

Ze voerden een speciale opera op voor de nieuwe zittende president.

Honderdduizenden actief demonstrerende burgers en de NOS zwijgt


In vijftig Franse steden is dagelijks volledig ongeorganiseerd protest begonnen. Pleinen worden bezet, banken gesloopt, auto’s in de fik gestoken en de Franse politie kan de traangasbommen nauwelijks meer aanslepen. De rellen breiden zich verder uit. Mensen gaan niet meer naar huis, wonen op straat, halen de nacht door, ‘Nuit Debout’.

Er word gediscussieerd over de toekomst en over het huidige beleid van bezuinigen en over de corruptie. Men spreekt elkaar moed in en reikt elkaar inspiratie aan: 'Verandering is wel degelijk mogelijk'.

De Nederlandse staatsomroep zwijgt hierover in alle talen en kanalen. Is men bang dat dit naar Nederland overslaat? Gelukkig hebben we Youtube!

Nuit debout op Youtube
www.volkskrant.nl: In Noordwest-Frankrijk staan de benzinepompen droog

Nakba Day


Op de 15de mei herdenken de Palestijnen Nakba (Catastrofe). Op deze dag in 1948 werden meer dan 750.000 inheemse Palestijnen met geweld gedwongen hun huizen en grond te verlaten toen de staat Israel werd opgericht. Terwijl er om hen heen duizenden landgenoten geslacht werden, vluchten ze angstig naar buurlanden en naar de West Bank en Gaza.

Tot op de dag van vandaag weigert Israel om hen terug te laten komen, ondanks de internationale wetten die er zijn die hen het recht geeft om terug te mogen komen.

De Nakba is niet in 1948 opgehouden. Israel is de afgelopen 70 jaar gewoon door gegaan met het afpikken en bezetten van Palestijnse grond. En ze onderdrukken de inheemse Palestijnse bevolking nog steeds.

EU voorzitter bezocht modelkamp en de pers mocht mee

Mark Rutte
'Wonen er echte mensen in die huisjes?!'

Mark Rutte probeerde als EU voorzitter een positief beeld van een Syrisch vluchtelingenkamp de wereld in te helpen: 'Leuk om in hun huisjes te kijken' zegt hij op een onbekommerde toon zoals alleen hij dat kan. Hij noemt het bewust 'huisjes' als hij het heeft over tenten van aan elkaar geplakte stukken vuilwit plastic. Er ligt afval te broeien in de open lucht en er zijn veel vliegen in nauwe steegjes.

Rutte komt kijken hoe de door hem gepropageerde opvang in de regio er 'echt' aan toegaat.
Thuis, in het Nederlandse parlement, bepleit premier Rutte al jaren het belang van vluchtelingenkampen als deze hier in dit dorp in Zuid-Libanon, waar Syrische vluchtelingen worden opgevangen in de regio, dicht bij hun thuisland, ver weg van Europa.

Om hem heen, tussen de lappen plastic, roepen vluchtelingen in het Arabisch dat hier geen elektriciteit is, dat ze geen geld hebben voor een generator. Dat de wereld hen vergeten is. Voortgejaagd door beveiligers, hoort hij het niet. Hij wil naar binnen, een tent in. 'Een huisje', zegt hij. 'Ik vind het zo leuk om in hun huisjes te kijken. Het zijn toch ook huisjes? Volgens mij noemen de mensen het zelf ook zo, het zijn hun huisjes geworden.'

Hij bukt zich diep en stapt naar binnen, tussen de plastic lappen door. Schoenen uit, op sokken schuift Rutte aan bij de familie El Ahmed, gevlucht uit Hama. Hij vraagt vrolijk: 'Denkt u dat u terug kunt naar Syrië?' De man des huizes, Kafi el Ahmed, kijkt pijnlijk. 'Dat hangt ervan af.'

Rutte: 'Maar u wilt wel graag terug?'

'Natuurlijk. Maar zolang het oorlog is, kan dat gewoon niet.'

Overeind, schoenen aan met de veters los, op naar de volgende tent. Dit is een bliksembezoek. Rutte zal precies zes uur in Libanon blijven. 'In zes uur kan ik heel veel doen.'

Modelkamp
Het vluchtelingenkamp dat Rutte bezoekt is een modelkamp. Het ligt in een deel van Libanon waar relatief weinig vluchtelingen zijn en is goed georganiseerd. Wie hier woont, hoeft namelijk geen huur te betalen. Gemiddeld kost het de Syriërs in Libanon 165 dollar per maand om in een tent te mogen slapen. De slechtere kampen liggen veelal verder weg, in een ander deel van het land.

Maar daar kom je niet in zes uur. 'Er was geen tijd om daarheen te rijden', houd de woordvoerder het meisje van fophetvolk.nl voor het lapje.

In Libanon zijn zo veel vluchtelingen dat men is gestopt de problemen te benoemen. Iemand van de VN-afdeling 'Neem het volk in het ootje' springt op als ze merkt dat de Nederlandse delegatie over 'een vluchtelingenkamp' spreekt. 'Het is geen vluchtelingenkamp. Die bestaan niet in Libanon. Het is een 'informal tent settlement.' Nieuwe vluchtelingen mogen niet meer worden geregistreerd: Syriërs die zich sinds vorig jaar hebben aangemeld, ontbreken in de statistieken.

Rutte duikt alweer een tent in. Binnen zit Fatme el Ali uit Hama. Ze heeft een zoon van 5 jaar. Haar man heeft een nierziekte en kan nu niet meer op het land werken. Rutte, op kousenvoeten naast haar: 'Waarom vertrok je eigenlijk naar Libanon?'
'Het waren de bombardementen', zegt Fatme. 'We konden nog maar net vluchten.' Verbaasd kijkt ze de premier van Nederland aan, 'Wat zou u doen? Zou u dan niet gevlucht zijn?'. 'Absoluut', zegt Rutte. 'Ik kan het me niet eens voorstellen om in zo'n situatie te leven.'

Haar man ligt in het ziekenhuis. Dat betaalt de Verenigde Naties voor een deel, maar niet geheel. Rutte krijgt een iPad in zijn gezicht geduwd, waarop een VN-medewerker laat zien dat de armste inwoners van dit kamp 165 dollar leefgeld per maand krijgen.

Extra hulpgeld
Liever dan zelf vluchtelingen op te vangen, betaalt Nederland voor opvang in de regio. 'Uw belastingbetalers maken deze steun mogelijk', zegt de medewerkster. Nederland is een van de grootste geldschieters in Libanon. In Beiroet tekende Rutte eerder een overeenkomst waarin staat dat Libanon in twee jaar tijd 80 miljoen euro extra hulpgeld ontvangt. In totaal stelt Den Haag 260 miljoen extra beschikbaar voor landen die veel Syriërs opvangen.

Wat vindt Rutte er zelf van? Hij benadrukt de voordelen van opvang in de regio. 'Ik vind het voor de hand liggend om als er oorlog is en mensen moeten vluchten, die op te vangen in de landen daaromheen. Het ziet er ongeveer uit zoals ik had verwacht.'

De uitzichtloosheid, merkt hij dan op, dat lijkt hem wel moeilijk. 'Zo'n meisje van 15 dat me vraagt: wat moet ik nou straks worden?'

Hij wordt uitgezwaaid door Fatme. Ze vertelt over het huis dat ze achterliet in Syrië, in een buitenwijk van Hama. 'Het was zo'n mooi huis.' Met een wrange lach wijst ze naar het plastic van haar tent. 'Kijk toch zelf, wat een ellende.'

'Gaan we nog een huisje in?', vraagt Rutte zijn beveiliger. 'Anders maak ik mijn schoenveters weer vast.'

Onbekende Caribische leiders: Tula

Fort Amsterdam 1795

De Curaçaose slavenopstand van 1795 was een van de belangrijkste georganiseerde verzetsactiviteiten op de Nederlandse Antillen. Hij werd voorbereid door drie tot slaaf gemaakten onder aanvoering van Tula. De andere twee waren Bastiaan Carpata en Pedro Wacao.

Begin van de opstand en voorbereiding
Veertig tot vijftig tot slaaf gemaakten kwamen samen op het plein voor het plantagehuis Knip (Kenepa) en vertelden hun eigenaar, Van Uytrecht, dat ze niet meer voor hem wilden werken. Hij zei ze hun klachten neer te leggen bij de luitenant-gouverneur op Fort Amsterdam.

Tula had samen met anderen de opstand al enige weken voorbereid. De in opstand gekomen tot slaaf gemaakten bevrijdden 22 anderen die gestraft en opgesloten waren in Lagun. Daarna gingen ze naar de suikerplantage Santa Cruz, waar Tula's mederevolutionair Bastian Carpata hem met andere in opstand gekomen tot slaaf gemaakten opwachtte. Hier gaven Jan en Miguel Boelbaai de ontsnapte tot slaaf gemaakten rum gemixt met bepoederde geitenhoorn te drinken. Deze drank werd awa di huramentu genoemd, gezworen water.

In de tussentijd had Van Uytrecht zijn zoon te paard met een handgeschreven briefje naar gouverneur De Veer in Willemstad gestuurd. Om zeven uur 's avonds hield de koloniale raad een spoedbespreking. Ze besloot om naast het reguliere garnizoen alle vrije zwarte en mulatten-kapiteins op te roepen. Zij moesten de hele nacht rondom Willemstad patrouilleren en ze moesten direct rapporteren hoeveel man zo nodig naar Bandabou konden vertrekken. Commandant Wierts van het marineschip Medea, dat in de haven aangemeerd lag, werd gevraagd om Fort Amsterdam te verdedigen.

Tocht naar Porto Mari
Op 18 augustus trokken de tot slaaf gemaakten in de richting van Porto Mari. Onderweg passeerden ze de plantages San Nicholas, Santa Martha en San Juan. Hun strategie was, om naar Willemstad te trekken; uit te kijken naar schuilplaatsen, en versterkingen vanuit de stad tegen te houden. De plantage-eigenaars hadden hun huizen verlaten en vluchtten naar de stad, voedsel en water achterlatend in handen van de tot slaaf gemaakten.  Zij namen onder meer voorraden Maishi Chiki in beslag, die in de opslag van de plantagehuizen bewaard werd.

Tula stuurde een van zijn volgelingen, de Franse tot slaaf gemaakte Louis Mercier, terug naar Knip om anderen te bevrijden. Mercier viel Santa Cruz aan en nam commandant Van Der Grijp en tien van zijn mulatten gevangen. Mercier viel ook Knip aan, en slaagde erin om nog meer tot slaaf gemaakten te bevrijden en meer wapens buit te maken. Nadat hij zijn doel bereikt had, vond hij zijn weg terug naar Tula door het spoor van ravage te volgen dat Tula had achtergelaten bij zijn aanvallen op andere plantages.

Bij Fontein doodde Louis Mercier de Nederlandse schoolmeester Sabel uit medelijden omdat Pedro Wacao hem achter een paard had gebonden. Sabel werd het eerste blanke slachtoffer van de rebellen. Mercier maakte wapens en een kanon buit op plantage Fontein en trof voorbereidingen om de heuvel Seroe Fontein dicht bij het landhuis Fontein te bezetten, van waar ze de weg van Willemstad naar Bandabou konden controleren. Vanaf dat moment konden Tula en zijn kameraden rekenen op de hulp van de meerderheid van de tot slaaf gemaakten en vrije zwarten op Bandabou. Mensen op Bandabao die niet aan de opstand mee wilden doen, werden door het leger overgehaald zich te melden, dat bij San Juan gelegerd was. Zij kregen daar een laissez passer en konden ongehinderd naar Willemstad doorreizen.

Volgens de statistieken had Bandabou tussen de 4000 en 5000 inwoners in 1795, voornamelijk tot slaaf gemaakten.  Hoewel de gronden plantages werden genoemd, groeide er bijna niets. Vanwege de droogte konden hier alleen voedingsmiddelen zoals Maishi Chiki (Turkse Tarwe), yams en vruchtbomen zoals mango, limoen, en sinaasappel worden geteeld. Daarnaast werden geiten en rundvee gehouden voor de zuivel, het vlees en de huiden. Het grootste aantal tot slaaf gemaakten bij één eigenaar was 400. Zulke grote slavenpopulaties waren nodig om het zout uit de zoutpannen te vergaren en de andere werkzaamheden op de plantage te verrichten.

In Willemstad
In de stad had intussen de koloniale raad besloten om de Rodeweg (van Willemstad naar Bandabao) te bewaken met een groep van 80 vrije zwarten en 8 blanke mariniers, om de stad te beschermen tegen aanvallen van de rebellen. Verder besloot ze een kleine macht bestaande uit 12 militairen en 30 vrije zwarten onder commando van luitenant R.G. Plegher (Pleeger) naar Bandabou te sturen. Deze groep ging per boot van Willemstad naar Boca San Michiel, en van daar te voet naar Portomari, waar Tula en zijn volgelingen hun kamp hadden opgeslagen. Ze onderschatten de aanvalskracht van de rebellen, maar ze wilden ook in de stad voldoende verdedigers houden. In die turbulente dagen doorkruisten veel vijandige schepen de Caraïbische Zee, en ook piraten waren actief.

Op 19 augustus leed de luitenant een nederlaag op de plantage Oud St. Marie, waarbij de rebellen in het bezit van 80 extra geweren kwamen. Hun aantal was inmiddels tot 1200 gegroeid. Plantage-eigenaren hadden een leger van vrijwilligers te paard geformeerd. De rebellerende tot tot slaaf gemaakten werden nu beschouwd als een bedreiging voor de dominante blanke gemeenschap.

De koloniale raad stuurde een groter leger (met 93 militairen, 62 mariniers en 45 bereden burgers) onder commando van garnizoenskapitein Baron van Westerholt tot de Leemcule naar Bandabou. Van Westerholt had orders om de rebellen clementie aan te bieden om levens te redden. Met deze groep ging ook Jacobus Schink mee, een pater van de franciscaner orde.

Overleg
Schink sprak met Tula en probeerde tot overeenstemming te komen en een oorlog te voorkomen. Tula zei hem: 'Wij zijn mishandeld, maar willen niemand kwaad doen. Wij willen vrijheid. Is niet iedereen op aarde een afstammeling van Adam en Eva? Deed ik er fout aan om 22 broeders uit de gevangenis te bevrijden, waar ze ten onrechte in zaten? Ai, vader, zelfs een dier krijgt een betere behandeling.' Hierbij moet worden bedacht dat de protestantse Hollanders hun godsdienst beschouwden als exclusief voor blanken. Ze doopten nooit tot slaaf gemaakten,  in tegenstelling tot de katholieken. Rooms-katholieke priesters waren al vanaf de Spaanse tijd actief op Curaçao, en preekte met name onder de bevolking van het platteland; hoewel ook in Willemstad Rooms geestelijken werkten.

Tula was zich ervan bewust dat de Franse tot slaaf gemaakten op Haïti de vrijheid hadden gekregen, en beredeneerde dat Nederland in Franse handen was, zodat tot slaaf gemaakten op Curaçao dan ook de vrijheid verdienden. Hij nam geen enkel aanbod aan. Schink keerde terug naar Baron van Westerholts kamp en lichtte hem in over de voorwaarden van Tula. Van Westerholt haalde meer versterking en besloot aan te vallen. Hij gaf orders om te schieten op elke gewapende rebel.  Negen van hen werden gedood, velen gewond en 12 gevangengenomen. Ook werden twee burgers bevrijd. De rest ontsnapte.

Gevangenneming
Tula en zijn kameraden gaven de strijd nog niet op. De tot slaaf gemaakten, onder leiding van Carpata, vergiftigden het drinkwater van hun vijanden en veroverden hun voedsel, totdat Tula en Carpata op 19 september 1795 werden gevangen door het verraad van een tot slaaf gemaakte genaamd Caspar Lodewijk. Vanuit het bestuur was een buitengewoon aanlokkelijke beloning in het vooruitzicht gesteld voor diegene, die een of meer van de leiders van de opstandelingen wist te overmeesteren en kon overdragen aan de militie. Voor vrijen was dat een zeer aanzienlijk bedrag, en voor tot slaaf gemaakten was er sprake van manumissie en een kleinere som baar geld. Louis Mercier was al gevangengenomen in de buurt van Landhuis Knip. Op dat moment was de opstand voorbij. Lang niet alle deelnemers werden gevangengenomen en berecht. De leiders ontkwamen echter niet aan gevangenschap, verhoren en het proces, met het trieste lot wat daarop volgde.

Monsterlijke terechtstellingen
Op 3 oktober 1795 werden Tula, Bastiaan Carpata en Pedro Wacao publiekelijk ter dood gebracht. Tula werd als eerste terechtgesteld. Volgens het vonnis werden met een ijzeren staaf alle botten in zijn lichaam gebroken, te beginnen bij de voeten (radbraken). Daarna werd zijn gezicht verbrand ('in het aangezicht geblakerd') en uiteindelijk werd hij onthoofd. Bastian Carpata moest eerst -op een kruis gebonden- toekijken hoe Tula op deze wijze aan zijn einde kwam om uiteindelijk hetzelfde lot te ondergaan. Pedro Wacao werd eerst met touw om de benen rond het schavot gesleept, waarna zijn handen werden afgehakt en het hoofd met een moker werd verbrijzeld. De lichamen werden verzwaard in zee gegooid. Nog eens 29 andere tot slaaf gemaakten werden opgehangen. Dit alles gebeurde bij het galgenveld te Rif waar nu een beeld van Tula staat.

Deze terechtstellingen zijn naar onze huidige maatstaven gruwelijk. Maar gezien de tijd waarin ze plaatsvonden, zijn ze niet uitzonderlijk te noemen. Vooral soldaten die zich hadden misdragen konden rekenen op even strenge straffen, voor minder zware vergrijpen. Dit vanwege de voorbeeldfunctie die zij hadden voor de overige 'Inwoonderen van Curassao en Onderhoorige Plaatsen van Dien'. Ook mensen die een moord pleegden konden rekenen op strenge straffen, hoewel clementie en omzetting in een lagere straf dan wel voorkwam. Desalniettemin is de schaal waarop de terechtstellingen van de bij de slavenopstand betrokken en aan delicten schuldig bevondenen plaatsvond wél uitzonderlijk geweest. Bovendien werd de straf van Tula, Carpata en Wacao niet uit clementie verminderd; wat bij andere deelnemers aan de opstand, en meer in het algemeen bij andere gedetineerden wel vaker voorkwam.

Nasleep
De revolutie van 17 augustus wordt herdacht als de start van de lange en moeilijke weg naar de emancipatie van het volk. Tula en zijn medestanders worden niet vergeten.

Een monument ter herdenking van de terechtstelling van de tot slaaf gemaakten staat aan de zuidkust van Curaçao.

Onbekende Caribische leiders: Jean-Jacques Dessalines, Keizer van Haiti


Dessalines was tijdens de Haïtiaanse Revolutie (1791-1804) leider van de rebellerende tot slaaf gemaakten in Haïti en de eerste heerser onder de nieuwe grondwet van 1801.

François-Dominique Toussaint Louverture is waarschijnlijk de bekendste leider van die revolutie, als oprichter van de autonome kolonie na jaren van Franse overheersing, maar hij heeft nooit de volledige onafhankelijkheid van Frankrijk verklaard.

Zijn opvolger, Jean-Jacques Dessalines verklaarde wel de volledige onafhankelijkheid in 1804, nadat hij de Franse strijdkrachten die gestuurd waren om de koloniale gezag te herstellen, bij de Slag bij Vertières had verslagen. Haïti was in die tijd de meest winstgevende kolonie in de wereld. Dessalines verklaarde zichzelf daarna keizer.

Dessalines versloeg eerder in zijn loopbaan ook het Spaanse en het Britse koninkrijk en is daarmee een van de weinige anti-koloniaal leiders die alle drie de grootste koloniale heersers van die tijd heeft verslagen.

Helaas heeft Dessalines te veel bloed aan zijn handen. Hij is verantwoordelijk voor het Haïtiaanse bloedbad van 1804 dat tot de uitroeiing van de blanke minderheid moest leiden. Tussen de 3000 en 5000 mensen werden vermoord.

Al snel kwam men in opstand tegen zijn despotische bewind. De samenzweerders Alexandre Pétion en Henri Christophe lieten hem op 17 oktober 1806 ombrengen.

Meer artikelen over het Caribisch gebied? Dat vind je hier

Belgisch minister beweerd dat moslims na de aanslag in Zaventem en Maalbeek straatfeesten hebben gehouden

Jan Jambon
Belgische minister Jan Jambon op het straatfeestje in een 'bepaalde wijk'


In Den Haag ging op 30 maart 2016 de conferentie Terrorisme, Israël en het Internationaal Recht door op initiatief van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Prominent spreker was Belgisch minister van binnenlandse zaken Jan Jambon (Nieuw-Vlaamse Alliantie). Daar stelde hij dat na de aanslagen in Zaventem en Maalbeek 'in bepaalde wijken van Brussel straatfeesten waren, geen rouwfeesten. Straatfeesten!'

Natuurlijk heeft hij hiervoor geen bewijs.

Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is een van de vele zionistische organisaties die buiten Israël propaganda voeren voor het project van de uitsluitend Joodse staat Israël, voor de bezetting en voor de verdere kolonisering van Palestina.

Jambon herhaalde zijn beweringen over feestvierende moslims in een interview voor een Belgische krant. Daar had hij het dan weer over 'dansende moslims'. Tot nu heeft hij nog steeds niet het minste bewijs kunnen leveren voor die beweringen.

De Nieuw-Vlaamse Alliantie heeft niet alleen in België een deel van het terrein ingenomen dat het extreem rechtse Vlaams Belang bezette, ook internationaal zijn ze die racistische partij gaan aflossen bij Amerikaanse ultraconservatieve denktanks die pro-Israël zijn en prediken dat neo-koloniale oorlogen tegen de islam het imago van het koloniale Israël kunnen opkrikken.

Tendentieuze definities in Wikipedia-versies voor de term islamofobie

Op Wikipedia heeft het antimoslim klimaat in het publieke debat in Nederland zijn weerslag. Kijken we naar het verschil in definitie in Wikipedia-versies, de Engelse Wikipedia en de Nederlandse Wikipedia. In de Engelse staat: ‘Islamofobie wordt in het algemeen gebruikt om te verwijzen naar vooroordelen, haat en een irrationele angst of racisme tegenover moslims’(eigen vertaling). De Nederlandse Wikipedia stelde in september 2013 het volgende over islamofobie: ‘Het neologisme islamofobie is een denigrerende term die gebruikt wordt om angst voor de islam als onredelijk of ziekelijk te bestempelen’. Half november van hetzelfde jaar was deze tendentieuze definitie vervangen door meer neutrale bewoordingen: ‘Het neologisme islamofobie is een term die wijst op een ongefundeerde, irrationele angst voor islam en moslims. Vaak wordt dit gelinkt aan vooroordelen of discriminatie van moslims. Er bestaan verschillende definities van islamofobie. Het gebruik van de term wordt bekritiseerd omdat het critici te snel in een hoekje zou plaatsen’

Waar in Nederland word de islam het meest als een bedreiging gezien?



Moskeeën in gebieden waar relatief veel PVV-stemmers wonen, zijn vaker slachtoffer van geweld en agressie. Ook de opkomst van extreem-rechts is een van de oorzaken van de toename in agressie. Dat blijkt uit een rapport dat onlangs verschenen is.

Voor de universiteit van Amsterdam werd een jarenlang onderzoek naar geweld tegen moslims en moskeeën in Nederland gedaan. Eerder bleek al uit onderzoek dat 68 procent van de moskeeorganisaties (panden van islamitische organisaties) ooit agressie heeft meegemaakt. Bijna 40 procent van de moskeeën is slachtoffer. Het geweld varieert van ingegooide ramen tot daadwerkelijk fysiek geweld tegen leden van een moskee.

PVV
In het rapport staat te lezen 'dat in bijna alle gemeenten waar de moskeeën slachtoffer waren van geweld en agressie meer dan 10 procent van de kiezers op de PVV stemt. In bijna alle gemeenten waar de moskeeën geen incidenten meemaakten, stemt minder dan 10 procent van de kiezers op de PVV'.

Klip en klaar
'Er is gekeken naar factoren van risico en bescherming. Anti-islamuitingen van de PVV of rechts-extreme groepen komen in het onderzoek naar voren als risicofactoren.'

De onderzoekster gaf tijdens de presentatie van haar eerste rapport al aan dat het anti-islamklimaat in Nederland een van de oorzaken is van het geweld. 'Het zijn vaak jonge daders. Groepsdruk speelt een rol, maar breder gesproken is een van de oorzaken een algemeen antimoslimklimaat in Nederland. Dat wordt ook nog eens sterk bevorderd door de PVV. Zij duiken op iedere discussie. Dan krijg je vanzelf een basis waardoor anderen denken: dan kunnen we wel een steen door de ruit gooien.'

Breder
De oorzaak word wel breder dan de PVV getrokken. 'De islam wordt door veel mensen in Nederland gezien als een bedreiging. Het klimaat wordt ook versterkt door de extremistische islam en door de berichtgeving over criminaliteit onder jongeren'.

In het rapport valt verder te lezen dat veel factoren een rol spelen bij het geweld. Zo spelen betrokkenheid van een moskee bij de directe omgeving, het beeld in de media en de sociaal-economische omstandigheden van direct omwonenden een rol.

Monitoring Muslim Discrimination

Het onderzoek openbaart verscheidene getallen die gerelateerd zijn aan anti-moslim discriminatie. 39% van de 475 moskeeën in Nederland hebben discriminatoire agressie ondervonden, bijvoorbeeld brandstichting. 68% van moskeeorganisaties die een enquête invulden stelden dat zij te maken hebben met agressie, voornamelijk het ingooien van ramen. Dit veroorzaakte zowel materiële als psychologische schade aan deze specifieke moslimgemeenschappen. 85% van de moskeeën deed aangifte bij de politie, maar 51% vond dat ze niet geholpen of serieus genomen werden. Men kan derhalve stellen dat anti-moslim discriminatie een serieuze zaak is. Het onderzoek gaat vervolgens dieper in op de redenen achter de agressie. Redenen die worden genoemd zijn onder andere de weergave van moslims/islam in de media, een gebrek aan kennis over de islam onder het publiek en reacties op terroristische aanslagen.

Om een voorbeeld van treiteringen van moskeeën te noemen, tijdens de ochtend van 19 januari 2016 kregen islam beoefenaars een schok toen ze de volgende dreigbrief in de Gultepe moskee vonden:

'Jullie zijn het ondankbaarste en walgelijkste volk op de wereld! Eigen scholen, winkels, halal-slagers... want Nederlands is niet goed genoeg voor jullie kakkerlakken. Het is klaar nu... Ga weg als je wilt blijven leven. Iedereen haat jullie inmiddels. Geen brandweer wil jullie redden uit een vuur. Geen politie zal jullie redden in nood. Geen ziekenhuis, geen dokter zal jullie willen genezen. En de apothekers... geven jullie foute medicijnen - steeds andere pillen, zodat jullie nog zieker worden... Jullie kunnen niemand meer vertrouwen. Dus ga weg, nu het nog kan, want de dood is in jullie moskee! In elke moskee zal wind komen, terwijl de ramen en deuren dicht zijn! Dat is de dood!! It's PayDay!'

Sommigen zullen redetwisten over het feit dat discriminatie 'normaal' is, aangezien het bijna overal plaatsvindt en van verschillende etnische groepen of beoefenaars van godsdiensten. Niettemin is het 'klip en klaar' dat discriminatie van moslims aan het stijgen is sinds de 9/11 aanslagen en de aanslagen daarna in het westen. Als we onze ogen hiervoor sluiten, zullen we misschien opnieuw een raciaal en religieus gemotiveerde pogrom op een bepaald moment doormaken - en deze keer zullen de moslims het doelwit zijn. Gelukkig zijn er vele Nederlandse burgers die respectvol, netjes, behulpzaam en begripvol met elkaar omgaan. Toch is het verontrustend dat "moslims/islam, asielzoekers en buitenlanders" bovenaan de lijst met zorgen staan, terwijl de werkelijke dreiging tegen de Nederlandse burgers en wereldburgers van dezelfde mensen en instituten komt die hen aanmoedigen om haat te voelen voor moslims.

Wilders laat zich gebruiken als een pion met verschrikkelijk haar. Met zijn beweging is hij nuttig om mensen onwetend te houden over belangrijke zaken, om ze te laten geloven dat ze vrijheden hebben, ondertussen heeft hun overheid zich in werkelijkheid ontdaan van bijna alle vrijheden. Wilders' taak is wellicht het inboezemen van onnodige angst en haat bij mensen en zo het verdeel en heers plan van de 'elite' te bevorderen. Wat is nog beter dan het afschuiven van schuld door een minderheidsgroep te beschuldigen waarvan om u de waarheid te zeggen geen of weinig dreiging uitgaat?

De crisis is een bewuste strategie voor sociale afbraak

Armoede


De wereld verkeert vandaag in een diepe crisis. Tegelijk wil men ons doen geloven dat het neoliberale groeimodel het enig mogelijke is.

De huidige crisis is heel anders dan vorige crisissen omdat hij een alles omvattend en permanent karakter heeft aangenomen en zo ook de verklaring geworden is voor alles wat slecht gaat: de salarissen worden ingeperkt omdat het crisis is. De pensioenen gaan omlaag, omdat het crisis is. De gezondheidszorg wordt geprivatisserd, omwille van de crisis.

De hele sociaal-democratie in Europa wordt afgebouwd in naam van de crisis. Een crisis die voorgesteld wordt als een schuldencrisis van de soevereine staten maar die in feite een financiële crisis is van een systeem dat volkomen kleptocratisch en crimineel is. Een crisis veroorzaakt door een gedereguleerd financieel kapitaal dat speculeert met de miserie van de mensen. Hoe meer landen er bankroet gaan, hoe meer dit systeem zich verrijkt.

Het kapitalisme laat zijn ware aard zien en die is destructief.
Na de tweede wereldoorlog is er een spanning gegroeid tussen democratie en kapitalisme. Zo lang het financiële kapitaal gereguleerd was en er publieke dienstverlening was door de staat, had je een klimaat waarin de sociaal-democratie kon gedijen. Maar dat pact tussen democratie en kapitalisme is sinds de val van de Muur verbroken. Er is vandaag niets meer dat het kapitalisme aan banden legt, het laat zijn ware aard zien en die is destructief: het vernietigt de rechten van mensen, hun toekomstperspectieven, de natuur, en dit enkel met het doel om meer winst te maken.

Het enige waar het kapitalisme nog bang van moet zijn, is van zichzelf, van zijn eigen destructieve logica. In de politiek van vandaag is alles te koop en lobbygroepen zetten de democratie onder druk.

Dominantie van de biotechnologie
We zien het marktdenken in het onderwijs. Kennis moet geld opleveren. Universiteiten investeren veel meer in biotechnologie dan in humane wetenschappen omdat dit meer opbrengt. Maar de impact daarvan op de samenleving is nauwelijks te schatten. Ook het Europese programma Horizon 2020 is een voorbeeld van die dominantie van de technologie.

Natuurlijk
Het kapitalisme verlegt vandaag een volgende grens en speelt met de draagkracht van de natuur. Hoezeer de natuur onder druk staat zien we voortdurend in de extreme natuurrampen. Ook daarin speelt de ongelijkheid: in de VS is er geld om de schade van Katrina te herstellen, Bangladesh heeft geen geld om zijn inwoners te beschermen. De vernietiging van de natuur betekent de vernietiging van de bestaansmiddelen van talloze mensen op het platteland. Die worden dan ook nog eens onder druk gezet door grote megaprojecten zoals stuwdammen en ontginnings-projecten. Met geweld worden ze van hun grond verdreven.

Devaluatie van de arbeid
Er gaapt een steeds grotere kloof tussen betaald en onbetaald werk. Arbeid was in de Europese samenlevingen het instrument om toegang te krijgen tot burgerschap. Op basis van hun arbeid kregen ze ook rechten en professionaliseerden ze zich. Vandaag is werk - als een instrument voor burgerrechten - volkomen geërodeerd. Werk wordt precair en vakbonden worden afgebouwd.

70 procent van de wereldeconomie is informeel en er gaapt een steeds grotere kloof tussen betaald en onbetaald werk. Een jonge afgestudeerde die uren, dagen en nachten doorbrengt met CV’s klaar te maken en te solliciteren, accumuleert niet-betaald werk. Al de uren dat je onderweg bent naar je werk en in de file zit, is onbetaald werk. Je bent geen 8 uur per dag met je werk bezig, maar 12 of 14 uur.

Criminalisering van het sociaal protest

Meer en meer vaardigen regeringen wetten uit die mensen verbieden om nog op straat te komen, zelfs voor vreedzame protesten. In Latijns-Amerika beroepen regeringen zich op de antiterrorismewetten om protesten van inheemse volkeren tegen de invasie van multinationals in hun territoria te blokkeren.

Groei van het cognitief racisme
Een ware bedreiging is de kolonisering van de hoofden en van alles wat anders is. Het racisme neemt vandaag nieuwe gedaantes aan. Er groeit een cognitief racisme, geen racisme van de huidskleur maar voor andere visies. Islamofobie is zo’n racisme. Racisme is meestal een reactie ten aanzien van iemand die je ofwel als minderwaardig beschouwt, ofwel als gevaarlijk. En meestal alle twee.


Het neoliberalisme laat geen ruimte voor sociaal beleid. Rapporten van de grote bedrijven stellen zelf publiekelijk dat de lucratieve markten van de toekomst in het domein van de gezondheidszorg en het onderwijs moeten gezocht worden. De privatisering zal verder oprukken en men begint bij de zwaksten, in casu Griekenland, maar die trend zal zich ook doorzetten in Frankrijk, Duitsland en de landen van Noord-Europa, dat leidt geen twijfel.

De crisis is een bewuste strategie om het sociale beleid kapot te maken, te beginnen bij het zwakste land. Het probleem is dat de schuldenlast in Griekenland vandaag groter is dan toen de crisis begon. Moest Europa echt een politiek-economische unie zijn, dan zou het probleem Griekenland niet bestaan.

Griekenland staat voor slechts 2 procent van de euro-economie. Als de Griekse crisis als ons gezamenlijk probleem zou opgenomen worden, zou er geen probleem zijn. Maar Duitsland wil zijn banken redden, vooral de Deutsche Bank, die voorheen geld aanbood aan Portugal, Spanje en Griekenland, om Duitse wagens mee te kopen: Mercedes-Benz, VW, Audi.

De voorbije jaren heeft de linkse tegenbeweging die van onderuit werd opgebouwd, om tal van redenen veel aan kracht verloren. De financiële crisis en de antiterrorisme-wetten hebben daar mee voor gezorgd. Door die wetten wordt het bijna onmogelijk om mensen uit het Midden-Oosten op het volgende Wereld Sociaal Forum in Quebec te hebben. Een andere reden is dat ook de progressieve bewegingen in Latijns-Amerika, die in het zog van die Wereld Sociale Fora zijn ontstaan, vandaag in crisis verkeren: Argentinië, Brazilië, Venezuela. Ook Ecuador zal binnenkort de impact voelen.

Te veel factoren samen maken dat de tegenbeweging vandaag een heel moeilijk moment doormaakt. Het eerste decennium van de 21ste eeuw was een periode van offensieve strijd in Latijns-Amerika. Vandaag is de regio terecht gekomen in een situatie van proberen te behouden wat ze hebben veroverd. Er zijn nog tal van initiatieven bezig, maar de druk van het eenheidsdenken is zo groot. Vandaar het belang om niet alleen alternatieven te bouwen, maar ook om een alternatief denkkader te hebben waarin al die alternatieven legitimiteit krijgen, vanuit een ander waarden-patroon.

We moeten ruimte creëren voor alternatieven. Trouwens, je ziet ook dat het kapitalisme nooit alles in zijn greep kan hebben, anders had er niet zoiets ontstaan als Podemos of de overwinning van Syriza.

Als we niet bouwen aan interculturele relaties en als we alle diversiteit vernielen en onze macht gebruiken om onze positie steeds door te drukken en op te leggen, met een visie die enkel gericht is op de markt en op een neoliberal model, dan betekent dat gegarandeerd oorlog.

VVD minister schreef welbewust een gat in de wet waardoor bedrijven belasting kunnen ontwijken

VVD minister schreef welbewust een gat in de wet waardoor bedrijven belasting kunnen ontwijken
Kijkend naar de inkomsten van de staat zien we dat het bedrijfsleven in 2000 veel meer winstbelasting betaalde, en dat in 2013 het verschil volledig van de loonbelasting afkomstig is


De OESO, de club van rijke landen, denkt dat landen er miljarden aan belastingen door zijn misgelopen: mismatches met hybride leningen. Als dat saaier klinkt dan een telefoonboek - dat is het ook. Mismatches met hybride leningen zijn echt stomvervelend. Maar ze zijn ook verdomd belangrijk. Want het zijn belastinglekken als deze die Nederland zo’n gewilde vestigingslocatie maken voor belastingschuwe bedrijven.

En al beweerden opeenvolgende staatssecretarissen en ministers van Financiën dat Nederland geen belastingparadijs is, de geschiedenis van de hybride mismatch laat zien hoe Nederland belastingontwijking mogelijk maakte.

Dit is hoe de Nederlandse regering een gat in haar wet schreef, om vervolgens elke poging uit Europa om dit gat te dichten te frustreren:
Een korte cursus belasting ontwijken met hybride leningen. Wat je moet weten: de hybride lening is eigenlijk de konijneend Is het een konijn of zie je een eend? onder de financiële instrumenten. De ene belastingdienst ziet het als een lening, de ander als kapitaal. De ene belastingdienst kwalificeert betalingen als rente, de ander als winstuitkeringen.

Dat levert problemen (of mogelijkheden, mocht je een fiscalist zijn) op. Want stel: een Nederlands bedrijf verstrekt zo’n konijneendlening aan een Frans bedrijf. Dat Franse bedrijf betaalt volgens de Franse belastingdienst rente over een lening, een kostenpost die je kunt aftrekken van de winstbelasting. Het Nederlandse bedrijf op zijn plaats noemt het bedrag geen ‘rente’ maar winstuitkeringen uit kapitaal, inkomsten die je in Nederland niet hoeft mee te tellen voor je winstbelasting.

Eindresultaat: je betaalt in beide landen geen cent aan de belastingdienst.

Precies om die reden adviseerde een Nederlandse commissie van belastingexperts in 2001 om ‘onwenselijk gebruik’ van hybride leningen tegen te gaan. Kabinet-Paars II volgde dat advies en schreef een antimisbruikbepaling om ‘te voorkomen dat belastingplichtigen welbewust inspelen op [internationale] kwalificatieverschillen.'

Het viel niemand echt op, maar vijf jaar later besloot het kabinet-Balkenende II, met als minister van financiën de VVD-er Gerrit Zalm, plotseling de maatregel terug te draaien. In de 'Wet werken aan winst' werd onder het kopje ‘stroomlijning antimisbruikbepalingen’ het belastinglek heropend. Stroomlijnen betekende hier: afschaffen.

Geen Kamerlid vroeg of dit wenselijk was. Het debat ging vooral over de hoofdlijnen van de wet, niet over de exotische passage op pagina 56 van de memorie van toelichting, waarin minister Gerrit Zalm (VVD) en staatssecretaris Joop Wijn (CDA) van Financiën aangaven de antimisbruikbepaling van vijf jaar geleden te schrappen.

Fiscalisten waren wél wakker. De hybride lening werd een erg populair fiscaal modeartikel. In glossy brochures adviseerden gerespecteerde belastingadviesbureaus van o.a. Baker McKenzie en ABN Amro voor ‘fiscale arbitrage’ (dat is een net woord voor belastingontwijking) met hybride leningen. De Netherlands Foreign Investment Agency, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, noemde het belastinglek ‘een reden om in Nederland te investeren.’

Terwijl in Nederland het belastinglek officieel werd heropend, begon in Europa de discussie over het dichten van dit soort belastinglekken.

Voor het uitbannen van onzalige belastingpraktijken was in 1998 een officieel overlegorgaan opgericht - de Primarologroep - waarin belastingambtenaren uit alle Europese lidstaten samenkwamen. In dat gremium vonden lange discussies plaats over stomvervelende onderwerpen als Luxemburgse 1929 holdings, inbound profit transfers en CFC-regels.

Uit vorige maand openbaar gemaakte notulen blijkt zelfs dat al in april 2006 gesproken werd over dit onderwerp. De commissie constateerde dat ‘in sommige gevallen lidstaten welbewust wetgeving introduceren die belastingconstructies [met hybride leningen] mogelijk maken.' Daar moesten die lidstaten wat aan doen, stelde de groep.

Nederland had hier lak aan: het jaar daarop schrapte het de antimisbruikbepaling en maakte dit soort belastingconstructies weer mogelijk.

Intussen wilde de Primarologroep hybride leningen op zijn agenda zetten. Het enige land dat hier fundamenteel op tegen was? Nederland.

Toen het onderwerp toch op de agenda kwam, werkte Nederland een oplossing tegen. Met Luxemburg, dat de konijneendlening ook had toegevoegd aan zijn toch al indrukwekkende belastingmijdende repertoire. Het overlegorgaan had volgens Nederland niet het recht lidstaten te vertellen of het een konijn of een eend was. Als er geen belasting werd betaald, dan was dat ‘beleid’ en niet ‘schadelijke belastingconcurrentie.'

In 2013 schrijft staatssecretaris van Financiën Frans Weekers aan de Tweede Kamer precies het omgekeerde. Fiscale spielerei met hybride leningen was ‘geen specifiek Nederlands onderwerp,' maar ‘vergt een internationale aanpak met multilaterale maatregelen.' Op dat moment frustreerde Nederland al vijf jaar een Europese oplossing.

Uiteindelijk legt Nederland het toch af. In 2014 komt er een wijziging van de Europese richtlijnen: lidstaten moeten verplicht een antimisbruikbepaling in hun wet opnemen (eigenlijk zoals Nederland die in 2002 al eens had). Daarmee is dit lek - in ieder geval binnen Europa - gedicht.

Wat deze geschiedenis laat zien: Nederland heeft geen schone handen. Hoe vaak ministers en staatssecretarissen ook mogen beweren dat we geen belastingparadijs zijn.

Als je welbewust een gat schrijft in je belastingwet, je eigen ministerie van Economische Zaken dolenthousiast ‘investeerders’ probeert aan te trekken met dit gat, je in de Tweede Kamer pleit voor een Europese oplossing, maar je vervolgens jarenlang verzet tegen een Europese oplossing - dan heb je geen schone handen.

Dan ben je een belastingparadijs.
Wij tolereren intolerantie niet, behalve onze eigen intolerantie voor de intolerantie van onze tolerantie.


Halve Zool-stra


Citaat van de Russisch-Oekraïense schrijver Andrey Kurkov: 'Mensen die in hun genen de herinnering meedragen aan lijfeigenschap, dromen ervan om slaven te bezitten. Zij die de herinnering bewaren aan vrije mensen, dromen van vrijheid voor iedereen.'

Lees alle artikelen met vrijheid als rode draad

Make informed decisions

Woord Wolk

#metoo activisme Albert Einstein alleenstaande moeder alternative boekenbeurs Amerika Amsterdam anarchie anarchosyndicalisme Anti Fascistisch anti-homo anti-homowetgeving anti-Islam anti-semitisch antidemocratisch Antifa Antifascisme antiziganisme Apartheid Apple Argentinië Armando armoede art asielzoeker Baghdad Belasting beleggingen Bescherming Persoonsgegevens Bible Belt Big Brother Bijbelgordel biseksualiteit bisexueel Bob Marley boekpresentatie Boeren boerkaverbod Bolero Bolero Ranchero bonaire bonus Boycot Burgerlijke ongehoorzaamheid Burgerrechten Bush Calle 13 Caribisch gebied Caribisch Nederland cartoon Charlotte Church Che Clinton Communisme communisten Computer conservatief corruptie coup creatief criminaliteit cruise Cuba cultuur De Staat declaratie Democraten 66 demonstratie demonstration Design detentie- en deportatiebeleid discriminatie documentaire Dominicaanse Republiek economie Edward Snowden Eten etniciteit Etnisch profileren Europa exceptionalisme extreemrechts Facebook fascisme festival Mundial Film Food Fox News Free Running fundamentalistisch Funny FvD Fyra Gay Geloof genderidentiteit generalisering Gerrit Zalm Gezond graaicultuur Graphical grappig Great Griekenland GroenLinks Grote Denkers Guatemala Gymnastics Hasbara Healthy Henk en Ingrid Hitlergroet hoer homo homofobie homohaat homohuwelijk homoseksualiteit Howard Zinn humor ideologie illegale vreemdeling Imperialisme incest Indisch Inheemse bevolking Integriteit Internet internetvrijheid intolerantie introvert iPhone 4 Irak Iran Iraq islam islamofobie isolationisme Israel Janusz Korwin-Mikke jeugdcriminaliteit journal Julian Assange justitie Kamilya Jubran kapitalisme Kenneth Clark Kerwin Duinmeijer Kiri Davis klassejustitie klassenjustitie klassiek-liberalisme kolonialisme kunst kwalijke quatsch Latin Le Pen LEGO leiders Lenin LGBTQ liberaliseren libertarisch socialisme life story Logo love maatschappij Mac Makintosh Mamie Clark Manzanero Mao marktwerking Marokkaan Marx Matt Damon Media medication Meldpunt melodrama Mexico milieu milieu bonaire Scientology vervuiling cruise Missionair Kapitalisme monarchie Monty Python Moslim Movie Music muziek muziek industrie muzzies Naked nationalistme natuur nazi Nederland Nelson Mandela Neoliberaal Netherlands Nikahu al-mut'ah normaal occupation oceaan Oekraïne onderwijs openbaar vervoer Outkast overheid Paars Palestina Panafrikanisme Parijs Peaceful pirate bay politie Politiek polution populistisch pragmatisch privacy privatisering progressief propaganda prostitutie Prostitution psychologie Puerto Rico PVV racisme racist racistisch racistische Ranchera Raskin rassendiscriminatie Rassenscheiding Religion repressie Residente reviews revolutie Roma San Juan Santo Domingo Santos scholing Scientology Seksisme seksualiteit seksueel misbruik sekswerker Sex Shakira sighe sjoemelen Slave slavernij sociale huurwoningen Socialisme solidariteit Spain spam Spanje Stephen Miller suicide Suriname survival Tea party Thailand Tilburg tolerantie Tom Morello transgender transseksualiteit true life Trump Tucker Carlson Tula Twitter uitsluiting UNIA vakbond veiligheid Venezuela Vergeten Veel te Declareren verkiezingen verkrachting verlichtingsfundamentalisten vervuiling verzet Vlaams Blok volksgezondheid volkshuisvesting vrije communicatie vrijheid vrijheid van informatie vrijheid van meningsuiting VVD War Web white privilege WikiLeaks Woonakkoord xenofobie Xs4all Young & United zakkenvuller Zeeland zinloos geweld zionisme Zuid Afrika Zuid-Amerika zwarte piet

VVD culturen

VVD culturen
Bij de VVD kunnen sommige culturen prima samenleven

Opmerkelijke Posts